Matti voor Bobath
Bij het behandelen van kinderen met neurologische aandoeningen wordt er vaak beroep gedaan op Bobath therapeuten. Deze therapie wordt gekend door de volgende aspecten:
- Probleemoplossende en analytische aanpak van bewegingsmoeilijkheden, gestoeld op de drie belangrijke pijlers: Tonus (spierspanning), bewegingspatronen en posturale controle, die interageren bij functionele taken (wandelen, springen, etc.).
- Er wordt steeds vertrokken vanuit het handelen van de patiënt en het doel van de therapeut is steeds om de bewegingen zo efficiënt en effectief mogelijk te laten verlopen (compensaties zijn uit den boze).
- De patiënt neemt ACTIEF deel aan de therapie en er is een continue wisselwerking en interactie tussen de therapeut en patiënt (nauw contact via facilitaties en activatie), taak en omgeving.
- Bobath therapie richt zich bijna uitsluitend naar functionele taken, of deeltaken van relevante functionele taken van de patiënt (op individuele basis). Herhaling is belangrijk, maar mag nooit helemaal hetzelfde zijn (‘repetition without repetition’).
Op welke manier kunnen Bobath therapeuten gebruik maken van Matti binnen hun therapie?
Zolang de taken die worden uitgevoerd relevant zijn voor de patiënt kan een zaak worden gemaakt voor Matti. De oefeningen moeten dus zodanig gekozen worden dat ze bepaalde handelingen uit het dagelijkse leven (ADL-taken) ten goede komen.
Perfecte oefeningen om stabiliteit in een wisselende omgeving te ontwikkelen. De therapeut kan door het statische aspect van de oefening voldoende aandacht geven aan eventuele compensaties van de patiënt. Misschien is een kleine herwerking van de oefening nodig (twee knoppen die verschijnen voor een bepaalde periode (vb 30 sec), patiënt neemt plaats op de knoppen, therapeut corrigeert of duwt de patiënt waar nodig, score is het aantal seconden (op 30) waarbij er goed contact was.)
Opnieuw een zeer functionele oefening om het gangpatroon te oefenen en stimuleren. Hier wordt het wel belangrijk om toegankelijk te zijn, en het mogelijk te maken om te faciliteren door heen het hele traject. De therapeut moet achter of naast de patiënt kunnen wandelen zonder de uitvoering te doen onderbreken.
Minder functioneel, maar wel een belangrijke toepassing om posturale control te oefenen. Hier opnieuw een tragere uitvoering mogelijk maken (misschien zelf met stabiele punten binnen het orkest waartussen de patiënt moet bewegen)
Verlengde van het bovenstaande. deze toepassing kan opnieuw dienen als extra bron van feedback en informatie voor zowel de therapeut als patiënt. Door de verdeling van het lichaamsgewicht concreter te maken worden abstractere instructies makkelijker om te volgen en motorisch aan te leren.
Oefening aanbieden aan de hand van getekende lijnen. Het pad van functionele bewegingen kan worden uitgestippeld op Matti. De patiënt kan het uitgestippelde pad volgen, terwijl de therapeut faciliteert en activeert.
Misschien moeten we hiervoor wel een toepassing voorzien waarbij de therapeut tekent op het scherm en dan de draw functie blokkeert. Zo geven we ontzettend veel mogelijkheden voor de therapeut die taakgericht en individueel wil werken.